Een veulen word geboren met de voorste drie melkkiezen, in totaal dus 12 kiezen. In de eerste 6 maanden komen de snijtanden door. Met 6 dagen de binnenste vier (tand 1), met 6 weken de middelste vier (tand 2) en met 6 maanden de buitenste vier (tand 3).

Tot een leeftijd van 1 jaar heeft een paard alleen maar melktanden en kiezen, dit noemen we premolaren. Op 1 jarige leeftijd komen de eerste vier blijvende kiezen door (kies 9). Op 2 en 3 jarige leeftijd komt de rest op volgorde door (kies 10 en kies 11). Dit zijn kiezen die niet meer gaan wisselen en noemen we molaren.

Op 2,5 jarige leeftijd begint het wisselen. De eerste melkkies (kies 6) gaat wisselen op 2,5 jarige leeftijd, de tweede melkkies (kies 7) op 3 jarige leeftijd en de achterste melkkies (kies 8) op 3,5 jarige leeftijd. Ook de snijtanden zijn in deze periode aan het wisselen. De binnenste snijtanden (tand 1) gaat wisselen op 2,5 jarige leeftijd, de middelste snijtanden (tand 2) gaat wisselen op 3,5 jarige leeftijd en de buitenste snijtanden (tand 3) gaat wisselen 4,5 jarige leeftijd. Ongeveer 6 maanden na het wisselen van een tand of kies komen deze in slijting, dan maken ze contact met de bovenliggende tand of kies. Hiervoor waren ze nog niet ver genoeg door en zat er nog ruimte tussen.

Sommige paarden hebben ook wolfskiezen (kies 5), dit kan er één zijn maar het kunnen er ook vier zijn. Deze kunnen zowel onderin als bovenin zitten. Wolfskiezen komen door tussen de 6 en 18 maanden. Laat deze altijd verwijderen voor dat je het paard een bit in gaat doen, dit kan een erg vervelde ervaring zijn voor het paard.

Als allerlaatste komen er rond de leeftijd van 4,5 nog de hengstentanden door (tand 4) dit zijn er in totaal vier. Heel af en toe zien we deze tanden ook doorkomen bij merrie’s.

Waar moet ik op letten en welke problemen kunnen er ontstaan?

Heel veel jonge paarden worden op het moment dat er enorm veel gebeurd en veranderd in de mond ingereden. Eigenlijk is het heel onlogisch om een paard op deze leeftijd te laten wennen aan aan bit, het is belangrijk dat je hier als ruiter bewust van bent en rekening mee houd onder het zadel. Laat in ieder geval voor dat je begint het gebit nakijken, dit sluit uit dat je paard last kan hebben van wolfskiezen, scherpe emaille punten, scherpe randen aan doppen, of losse doppen. Omdat er zo veel gebeurd adviseer ik het om een jong paard tot 5 jaar elke zes maanden te laten controleren.

Het kan zijn dat je paard een periode slechter eet, of dat je plotseling aanleuningsproblemen hebt. Dit “probleem” mag tijdelijk aanwezig zijn, dat hoort er bij de meeste paarden zelfs bij! Let er wel op dat je je paard niet te lang door laat lopen hier mee! Het doorkomen/wisselen van een kies is nou eenmaal geen prettig gevoel voor de meeste paarden. De volwassen kies komt van onderuit door en duwt de melkkies omhoog, vaak is die melkkies enorm scherp onderaan. Op het moment dat de volwassen kies door is en de melkkies er nog bovenop zit, spreken we van een dop. Deze zorgen voor een blokkade in het gebit, meestal laten doppen vanzelf los, en vallen deze er af. Soms moeten doppen verwijderd worden, maar als deze nog erg vast zitten doen we dit liever niet omdat we de volwassen kies niet willen beschadiging.

Jonge paarden krijgen door de eruptie en slijtage ook sneller scherpe emaille punten. Dit komt omdat de kies van een jong paard nog veel harder is. Hoe ouder het paard is, hoe dichter je bij de wortel komt en hoe zachter de kies word.

Als je de lippen van je paard optilt kun je zelf de snijtanden heel makkelijk even controleren af en toe. De volwassen snijtanden komen ook van onderuit door en drukken de melktand er uit. Soms komt het voor dat de snijtand niet op de goede plek doorkomt waardoor de melktand blijft zitten. Het is dan noodzakelijk dat deze word verwijderd, hoe eerder hoe beter. De kans dat de volwassen tand richting de juiste plek groeit is het grootst als de melktand zo vroeg mogelijk word verwijderd. Wacht je hier te lang mee kan het zijn dat de snijtanden scheef blijven staan. Dit zorgt voor een disbalans in het gebit en zou vaker moeten worden gecorrigeerd door ongelijke slijtage.

Hou tijdens het wisselen je jonge paard dus goed in de gaten, plan iedere zes maanden een gebitscontrole en ben jezelf ervan bewust tijdens het trainen van een jong paard.

EOTRH is de afkorting voor equine odontoclastic tooth resorption and hypercementosis. Dit is een aandoening aan de snijtanden (in sommige uitzonderlijke gevallen ook de ruinentanden of eerste kiezen) die vooral voorkomt bij de oudere paarden. Regelmatig zie ik deze aandoening voorbij komen in een vergevorderd stadium waarbij er al serieuze klachten aanwezig zijn.

Het proces begint aan de buitenste snijtanden en ontwikkeld zich langzaam richting de middelste en binnenste snijtanden. Rondom de wortel van de snijtanden stapelt zich in abnormale hoeveelheid cement op onder het tandvlees. Ook kunnen de tanden en de tandkas heel erg broos worden, binnenin de tand lost het tandmateriaal op. Hierdoor worden de tanden van binnenuit aangetast.

Enkele symptomen waaraan we EOTRH kunnen herkennen zijn:

  • Verdikking van het tandvlees ter hoogte van de tandwortel.
  • Hele kleine openingen waar we pus uit zien komen ( fistels).
  • Tanden gaan los zitten, vallen eruit, of breken af.
  • Tandvlees trekt zich terug.
  • Ontstoken tandvlees.
  • Veel tandsteen.
  • Veel speeksel.
  • Stinkende geur.
  • moeite met het afbijten van plukken gras, hooi uit een hooi net plukken, afbijten van wortels, appels etc.

Er zijn veel onderzoeken gedaan naar deze aandoening maar tot dusver nog zonder resultaat. Het proces kan niet worden genezen maar wel kunnen we enkele dingen doen in het beginstadium om het voor het paard aangenamer te maken.

Hoe het proces verloopt verschilt per paard, soms duurt het jaren voor het erger lijkt te worden maar het kan ook juist sneller gaan als verwacht. Als de aandoening optijd word geconstateerd kunnen we buitenste tanden waar het proces begint uit occlusie zetten. De tanden worden dan ingekort zodat ze geen contact meer maken met de tegenoverliggende tand. Hierdoor word de druk van de tand afgehaald en de pijn verlicht. In sommige gevallen kan dit ook nog met de binnenste snijtanden. Ook kunnen we tijdelijk het paard nog helpen door andere voeding en pijnstillers, maar de aandoening is dusdanig pijnlijk voor het paard dat dit vaak niet voldoende is.

In de meeste gevallen zullen de aangetaste tanden moeten worden verwijderd, soms is het zelfs nodig om alle snijtanden te verwijderen. Dit klinkt heel ernstig maar gelukkig kan een paard heel goed functioneren zonder snijtanden en vrijwel alles eten als de wonden van het trekken zijn genezen.

Twijfel jij als eigenaar van een paard of de snijtanden wel in goede conditie zijn? Maak een afspraak voor een gratis controle of stuur mij eens een foto van de snijtanden via whatsapp (0639279037).

Een normale kiezenrij bestaat uit 6 kiezen, aangezien een paard 4 kiezenrijen heeft zijn dat in totaal 24 kiezen. Soms ontbreken er kiezen. Dit kan verschillende redenen hebben, denk aan een trauma, extractie, aangeboren afwijking. Eigenlijk is één kies meer of minder ook geen enkel probleem als het paard nog genoeg kiezen over heeft om zijn eten mee te malen.

Ik heb hier een voorbeeld van een 7 jaar oude Shetlander, met aan één kiezenrij maar 5 kiezen. Doordat er een kies mist is er een flinke ruimte ruimte ontstaan tussen 2 kiezen. Het probleem van zo’n ruimte is dat de bovenstaande kies geen slijtage meer heeft, en dus blijft doorgroeien met enkele millimeters per jaar. Dit word ook wel hypereruptie genoemd. Paardentanden hebben namelijk hun hele leven eruptie, op jong volwassen leeftijd kunnen de kiezen wel 10 cm lang zijn. Een groot deel van de kies zit dan in de tandkas en een kort deel zien we als we in de mond kijken. De tanden worden langzaam uit de tandkas geduwd en door slijtage tijdens het malen worden deze weer ingekort.

De witte pijl wijst de doorgeschoten kies aan, en de rode de beschadiging aan de wang.

Als de bovenstaande kies niet behandeld/ regelmatig ingekort word zal deze “vast” gaan zitten in het gat van de missende kies. Dit zorgt voor een blokkade in de maalbeweging en beperkt de onderkaak in zijn bewegingsvrijheid. Zowel voedsel kan niet meer optimaal worden gemaald, en het paard kan onder het zadel zijn onderkaak niet “los laten” wat ook nodig is om ontspannen te kunnen bewegen in de rest van het lichaam. Uiteindelijk zal de tand ook het tandvlees en bot van de onderliggende kaak raken en beschadigen, wat ook voor de kies zelf weer gevolgen heeft. Door de continue druk van de kies op het kaak bot kan er afsterving plaats vinden van de zenuwen binnen in de kies. Dit kan onder ander zorgen voor flinke ontstekingen met alle gevolgen van dien. Deze pony maakte ook flinke proppen van zijn hooi en had een behoorlijke beschadiging in haar wang.

De kies is ingekort met een elektrische vijl. Dit is geen gecompliceerde behandeling maar het vraagt wel wat tijd. Het is namelijk heel belangrijk dat de vijl niet te lang op een plek blijft zonder te koelen, om oververhitting van de kies te voorkomen. In de afbeelding is het resultaat na één behandeling te zien, in een volgende behandeling kan de hele kiezenrij worden rechtgezet en worden uitgebalanceerd. Als ik de kies nu nog verder zou gaan inkorten bestaat er een kans dat ik een pulpa holte zou gaan openen, en dit willen we natuurlijk voorkomen!

Ook als de kiezenrijen en de rest van het gebit weer optimaal gebruikt kunnen worden en uitgebalanceerd zijn, is een behandeling / controle elke 6 maanden echt noodzakelijk! De kies heeft namelijk nog steeds geen slijtage en zal weer meer uit de tandkas komen (groeien). Als dit elke 6 maanden keurig gebeurt worden bovenstaande ongemakken voorkomen en kan de pony nog jaren plezier hebben met haar gebit!